Posts tonen met het label Cultuurfilosofie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Cultuurfilosofie. Alle posts tonen

zaterdag 23 januari 2021

Slangenvanger

"Slangenvanger", potlood en krijt op paneel, 85x68cm, 2021

Om even terug te keren naar het Bijbelse thema van Eva en de slang, hier is een krijt- en potloodtekening van mijn olieverfschilderij "Evolutie". 

De mens, de kroon van de schepping, liet zich makkelijk vangen aan de slang. Tijd voor een evolutionaire stap dus. Vandaar dat het oorspronkelijke werk "Evolutie" heet. Deze versie titelde ik "De Slangenvanger" om een ander aspect van het werk te benadrukken. 

Wat doen slangen? Wel, ze zaaien tweedracht en jagen mensen weg uit het paradijs. Dat doen ze niet eigenhandig uiteraard (ze hebben immers geen handen), ze praten gewoon op mensen in om transgressies te maken die een beetje onmiddellijke gratificatie inhouden maar hen op lange termijn schade toebrengen of zelfs hun totale ondergang bewerkstelligen. 

Een woord voor wie denkt net als Adam of Eva uit een paradijs gegooid te zijn door toedoen van een slang: was het werkelijk een paradijs wanneer een slang er welkom is?

En als het geen paradijs was, waar was je dan wel?

De kans bestaat dat atheïsten dit bericht lezen. Ik weet hoe sommigen van jullie denken: Satan was een rebel! God is een enggeestige patriarch! Zijn geboden opvolgen is slaafs zijn, enz.

Welnu, beste, ziet de dame in de tekening eruit als een slavin? 


vrijdag 25 september 2015

Kunst heeft macht


Niet alleen de kunst, maar ook onze gehele maatschappij heeft de laatste 100 jaar een versnelde ontwikkeling gekend. Deze ontwikkeling bracht een doorgedreven specialisatie met zich mee binnen de verschillende vakgebieden.
Een gevolg van de verregaande specialisatie is dat mensen, in hun hoedanigheid van expert, kwesties vooral binnenin het vakgebied gaan contempleren. Niet zelden worden de meest gedreven exemplaren onder henpassionele mensen zo opgeslorpt door de verfijndheden van hun vakgebied – een wereld op zich – dat ze hun vak gaan beschouwen, overdenken en evalueren zonder voorbij de grenzen van dit vakgebied te kijken, zonder mogelijke gevolgen op grote schaal en op lange termijn te overdenken. Dit is een fatale fout.
De wetenschapper (en iedereen die het aanschouwde), stond verbluft van de tour de force die zijn uitvinding de verbrandingsmotor was en de enorme toepassingsmogelijkheden die deze zich meebracht; iedere expert kon er wel gebruik voor vinden binnen zijn vakgebied, zij het nijverheid, vervoer, scheepvaart, robotica, … Pas toen de verbrandingsmotor onherroepelijk geïntegreerd was in ons dagelijks functioneren, viel het ons op dat verbrandingsgassen op grote schaal en op lange termijn een ernstig probleem vormen. Zo zijn er vele voorbeelden aan te halen; piepschuim, bijvoorbeeld, dat 75 jaar na zijn uitvinding blijkt onherroepelijk in de voedselketen terechtgekomen te zijn. Terwijl men in die tijdsperiode makkelijk een alternatief had kunnen vinden indien men niet compleet weggesleept was door de roes van een nieuwe ontdekking.
De fundamentele oorzaak van dit gebrek aan nuchterheid in het aanzien van nieuwe doorbraken is te wijten aan een tekort aan holistisch denken, en te grote absorptie en specialisatie binnen het eigen vakgebied, waardoor men het grotere geheel, namelijk het welzijn van de wereld en de beschaving, uit het oog verliest. Experten verliezen vaak the big picture uit het oog, namelijk dat alles elkaar beïnvloedt, niet altijd met een schok, maar vaak traag en gestaag zich op lange termijn wijd kan vertakken en langs deze weg onvoorziene gevolgen hebben die soms moeilijk terug te traceren zijn.
Dit verschijnsel van teveel op het eigen vakgebied teruggetrokken te zijn, vinden we ook in de kunstwereld terug. Kunstenaars, kunstcritici en kunstfilosofen die verwoede pogingen ondernemen om doorbraken te maken, bezinnen zich vooral over wat hun werken kunnen betekenen ten overstaan van hun peers. De afgelopen decennia zijn vele experten kunst gaan beschouwen als een hermetisch afgesloten terrein waar anything goes. Alsof wat daar gefabriceerd wordt, geen invloed zou hebben op het welzijn van mens en beschaving.
Echter, kunst bestaat niet in een vacuüm. Het wordt gepromoot, verhandeld en getoond. Meer nog, kunst wordt gezien als het opperste product dat een maatschappij kan voortbrengen – het zijn objecten, muziekstukken, verhalen die bedacht en gebracht worden door lieden met uitzonderlijke geachte talenten en visie. De kunstenaar is een pièce unique, een verheven eigenaardigaard die über-producten schept die een grote uniekheid bezitten omdat alleen hij ze zo geweldig kan brengen of bedenken.
Hoewel men kan argumenteren over de emotionele of monetaire waarde die we kunst toebedelen, die vaak afhankelijk is van idolatrie of het sociale klimaat, kan men niet argumenteren over de rol die kunst uitoefent krachtens haar aanzien.
Iedere beschaving koestert zijn kunstwerken. Ze worden gevonden in en op tempels, paleizen en musea. Ze worden verhandeld tegen grote bedragen, buitgenomen in oorlogen. Mensen komen van heinde en verre om ernaar te kijken: de mens kijkt op naar zijn kunst. Indien hij er niet naar opkijkt, is het fair om te zeggen dat het geen of erg slechte kunst is. Deze werken zal hij negeren, en ze zullen verloren gaan. We kunnen kunst dus makkelijk definiëren als de producten die een beschaving in haar hoogste aanzien houdt.
Omdat men opkijkt naar kunst, krijgt kunst de facto een inspirerende of leidende rol. De psychologie heeft aangetoond dat de mens zijn gedrag afstelt op datgene waar hij naar opkijkt. Vooral in de puberteit komt dit het zeer sterk tot uiting. Desalniettemin, blijft dit mechanisme de rest van ons leven in meestal getemperde mate actief. Men kan niet loochenen dat kunst de menselijke psyche beïnvloedt. Wanneer men opkijkt naar een kunstwerk, absorbeert men voor een stuk wat het in zich draagt (tenzij men de boodschap erachter verwerpt en alleen het vormelijke aspect erkent). Hoe meer de mens ernaar opkijkt, hoe meer het kunst is, en hoe groter de invloed het heeft. Hoe onbevangener hij ernaar opkijkt, des te meer neemt hij ervan in zich op.
Kunst is altijd al een middel geweest om ideeën die leven binnen mens of beschaving gestalte te geven (cfr. zelfexpressie). Sommige lieden met bijbedoelingen hebben in de loop van de geschiedenis de macht van kunst aangewend voor politieke doelen. Dit bereikte zijn hoogtepunt in de 20ste eeuw met de massale propaganda van het Europese en Aziatische communisme en de nazi's, die kunst doelgericht inzetten als middel om wereldlijke macht te vergaren via oorlogen en bloedvergieten. Net ervoor, tijdens de eerste wereldoorlog, had het zelfbeeld van de Europeaan een zware klap toebedeeld gekregen, waarop de kunstenaars zelf, op eigen houtje, het welzijn van mens en beschaving uit hun ambities schrapten: de Dadaïsten gaven gestalte aan hun walging en de absurditeit van het mensdom. Deze idee – kritiek hebben, walging tonen, shockeren – resoneert tot op heden in het hart van de moderne kunst.
Hoewel hun sentiment begrijpelijk was, constructief was het niet, dat was immers niet hun bedoeling. Zowel qua inhoud als de manier waarop, draagt hun defaitistische houding in extremis bitter weinig toe aan het welzijn van mens en beschaving. Het is natuurlijk wel goed om kritiek te hebben op wantoestanden, maar de ontwikkelingspsychologie (een wetenschap) heeft duidelijk aangetoond dat het voortdurend bekritiseren en aan de kaak stellen van gebreken en stommiteiten de slechtste manier is om de menselijke psyche te vormen. En dat is nu precies wat kunst en cultuur doen: zij vormen onze visie, onze psyche. Kinderen die op een dergelijke manier opgevoed worden, zijn de eersten om mentale stoornissen te ontwikkelen. 
Waar zijn we dan mee bezig? Wat voor een zelfbeeld hangen we op en wat is daarvan de psychologische weerslag? Men mag nooit uit het oog verliezen dat kunst een vormgevende factor is voor onze beschaving, omdat kunst dát is waar men naar opkijkt. De mens maakt kunst, kunst creëert een cultuur, een cultuur vormt een beschaving, en een beschaving produceert een bepaald soort mens die op zich een bepaald soort kunst maakt.
Wanneer massaal veel kunstenaars hier geen rekening mee houden, leidt dit tot een stuurloze situatie. De meest doorgedreven kunst-expertise leidde tot de steeds experimentelere kunstvormen, die gefundeerd zijn in kunsttheorieën gebaseerd op kunsttheorieën die op hun beurt gebaseerd zijn op weer andere kunsttheorieën, enzovoort. Kunst wordt gemaakt voor de criticus, de kunstfilosoof, de verzamelaar, maar niet voor de mensheid. De zeer ver doorgedreven ontwikkeling van moderne kunstvormen is nagenoeg uitsluitend gefocust op evolutie binnen het vakgebied, en deze evolutie staat uitsluitend ten dienste van het vakgebied. De experten zijn al lang out of touch met het geheel (de maatschappij) en wat kunst daarin kan betekenen. Het publiek slonk tot een kleine schare van experts (verzamelaars, critici, kunstenaars), de enigen die nog van hun expertise opkijken, maar hun 'opkijken' staat ook geheel in functie van het vakgebied (bijvoorbeeld verzamelaars die kunst kopen als belegging eerder dan uit oprechte bewondering).
Om kunst geliefd te maken bij een bevolking hoeft die niet plat en commercieel te zijn. Dat is een verkeerde opvatting. Mensen moeten een reden hebben om op te kijken naar kunst, en die reden moet relevant zijn voor hen. Als kunst erin slaagt om werkelijk het welzijn van mens en beschaving te koesteren – of deze zelfs te verhogen, zal er altijd een breed en dankbaar publiek voor zijn. Het zal een positief effect hebben op onze cultuur, onze graad van beschaving en de kwaliteit van onze samenleving. Het zal grandioos zijn. Deze kunst zal in door iedereen in hoog aanzien gehouden worden, van aristocraat tot plebejer, en zal altijd haar relevantie behouden omdat ze gekoppeld is aan het welzijn van de mens, een onveranderlijk belang. Ons welzijn omvat ons vermogen tot kritisch denken evengoed als ons vermogen om sociaal, gelukkig, en briljant te zijn.
Een holistisch kunstbesef legt zowel kunstenaars, kunstfilosofen en kunstcritici eisen op die de grenzen van hun vakgebied ver overstijgen en doordringen tot wat essentieel is. Zonder alle vakgebieden in het grote kader te plaatsen, kunnen we ons welzijn, onze evolutie, onze toekomst, nooit zekerstellen. Het ontwikkelen van een goed holistisch begrip nodigt verder uit tot een dialoog tussen experten uit allerlei terreinen (psychologie, sociologie, ecologie, filosofie, geneeskunde, sport, business, leger, overheid, spiritualiteit, kunst...) wat bijdraagt tot een algemene ontwikkeling van de eigen psyche.
Wim Van Aalst, 27 september 2015

maandag 14 januari 2013

On the opposing demands of observation and art

... the interaction of opposites can be engineered to create something new. The trick, of course, is not to get involved in judgement or compromise, to just let the opposites occur and proceed: they do the work, you just go along for the ride. The opposites need to be harnessed in a way that allows them to interact and create energy, the way opposite polarities of electricity are harnessed to make light by the bulb. So, we need to create a bulb of some kind in terms of our process. I like this approach because it involves a simple set of questions – is it too real? is it too artistic? – and an element of unpredictability, both in the moment and cumulatively, over time. If I follow the map of observation only, or the map of making art only, these both actually lead to pretty predictable places...
When both maps are operative at once, though, the journey that the painting takes is more complex, moving from one map to the other and back, giving the results the potential to be more interesting because they don't come from me, but from what is over the border, beyond the membrane that defines me-ness.
- Tad Spurgon, 13 januari 2013

zaterdag 29 december 2012

Kunst is niet machteloos

Hier herhaal ik grotendeels wat ik onlangs schreef aan een hedendaags kunstschilder naar aanleiding van een discussie omtrent het definiëren van evaluatiecriteria voor kunst.
Deze kwestie overdenkend, constateerde ik dat hij, als expert, de kwestie vooral binnenin het vakgebied contempleert. Het is naar mijn mening een fout die vele experten begaan. Niet zelden worden de meest gedreven exemplaren onder hen zo opgeslorpt door de verfijndheden van hun vakgebied – een wereld op zich – dat ze hun vak gaan beschouwen, overdenken en evalueren louter in functie van hun vakgebied. Dit is een inherent fout uitgangspunt aangezien ieder vakgebied deel uitmaakt van een groter geheel, namelijk de wereld en de beschaving. Door er deel van uit te maken, vervult het ook een rol erin.
Welke is dan de rol van kunst? Er is de rol die we haar toedelen en die eerder arbitrair van karakter is, en er is de rol die haar toekomt krachtens haar invloed, welke reëel en feitelijk van aard is, en daarom minder weerlegbaar. Het is vooral daar waar het schoentje wringt.
Kunstenaars, kunstcritici en kunstfilosofen die binnen het vermeende vacuüm van hun vakgebied verwoede pogingen ondernemen om doorbraken te maken, bezinnen zich meestal over wat hun werken betekenen ten overstaan van de kunstwereld, de kunstgeschiedenis, bepaalde kunstfilosofieën en kunsttheorieën, alsook inzake hun persoonlijke evolutie (als vakman). Kortom, in functie van het vakgebied. Gewoonlijk zien zij over het hoofd dat kunst een bepalende factor van de cultuur is, en dus van de beschaving, de maatschappij, en de mens. De eenvoudigste verklaring hiervoor is wellicht omdat het hen geleerd werd om kunst binnen het vakgebied te overdenken.
De ontwikkeling van cultuur en beschaving mag dan een vicieuze cirkel zijn (mens maakt kunst, kunst creëert een cultuur, cultuur vormt een beschaving, en een beschaving produceert een bepaald soort mens), kunst – wat het uitdraagt en hoe het dat uitdraagt – speelt daarin een toonaangevende rol. Mensen plaatsen kunst op een voetstuk en kunst verkrijgt daardoor de facto een inspirerende of leidende rol.
Zo stuurt kunst mee de mens, zijn cultuur en zijn beschaving, ook al is ze er een product van.
Tegenwoordig gaat het gros van de kunstenaars hieraan geheel voorbij: het is of kunst om de kunst, of kunst ten dienste van zelfexpressie. Maar niet, haast nooit, in functie van de beschaving, en dat terwijl kunst, via de cultuur die ze creëert, zo'n invloed heeft op mens en beschaving. 
Wanneer massaal veel kunstenaars hier absoluut geen rekening mee houden, leidt dit tot een stuurloze situatie. Los van het feit of een artiest die nu erkent of niet, de toonaangevende rol van kunst is inherent én aanzienlijk. Welke zijn de maatschappelijke gevolgen indien kunstenaars bewust zouden worden van de cultuur- en dus beschaving-sturende kracht van kunst? En rekening houden met het feit dat die hoe dan ook aan het werk is ongeacht of de kunstenaar dat nu wenst of niet?
Daarmee bedoel ik helemaal niet dat kunstenaars kunst zouden moeten gaan aanwenden als een middel om de maatschappij naar hun hand te zetten, al dan niet ten dienste van een dictator. Dit is in eerste plaats een pleidooi tegen een ander, en minstens even onverantwoord uiterste om die invloed te negeren, te ontkennen en te loochenen.
Kunst beschouwen en definiëren puur binnen het vakgebied is per slot van rekening niet meer dan kunst in een hermetische constructie plaatsen die in realiteit louter theoretisch is. Kunst bestaat, leeft en opereert niet in een vacuüm, het is bedrog ervan uit te gaan dat dat wel zo zou zijn.
Het feit dat de kunstwereld zich niet met deze kwestie inlaat, heeft reeds een grote impact gehad op onze cultuur en beschaving.
Bijvoorbeeld: een doorgedreven evolutie gefundeerd op een hermetische visie op het vakgebied heeft ons tot de situatie gebracht dat een groot segment van de hedendaagse kunstwereld neerkijkt op “schoonheid”. “Wie schoonheid nog hanteert als criterium voor kunst, heeft het duidelijk niet begrepen.” Dit is een visie van binnen het vakgebied. Wanneer we uitzoomen uit het vakgebied en het rationeel in een perspectief plaatsen dat de feitelijke aanwezigheid van een maatschappij in acht neemt, dan is wat we doen in werkelijkheid een cultuur creëren die neerkijkt op schoonheid. En dus een beschaving die neerkijkt op schoonheid.
Ik merk op dat de dominante tendens in de actuele populaire cultuur gekarakteriseerd wordt door machtsstrijd, misdaad- en geweldverheerlijking in films, geldaanbidding en hedonisme in de populaire muziek, zwartgalligheid, cynisme en pornografie in de literatuur. Zelfs het kleurenpalet van stripverhalen is grauw en duister geworden. De helden van de populaire cultuur zijn getormenteerde geesten en monsterachtige figuren die nauwelijks te onderscheiden zijn van de slechteriken. Duisternis, absurditeiten en obsessies zijn de teneur.
Wat zorgwekkend is, is dat deze cultuur dan weer haar eigen soort mens creëert, die de tendens verder zet, gewoonlijk in dezelfde richting, alleen nog een stap verder. Waar doelt men op? Het was in eerste instantie de kunstwereld die de notie “schoonheid is niet de norm” lanceerde. Eens men het kader van het vakgebied overstijgt, kan men zien hoe deze gedachte zich als rimpels in het water verspreid heeft doorheen onze cultuur en de beschaving mee vorm heeft gegeven.
Als het waar is dat kunst cultuur stuurt, cultuur een beschaving vorm geeft en een beschaving een bepaald soort mens produceert en men heden geconfronteerd wordt met een negatieve maatschappelijke evolutie waar: de graaicultuur hoogtij viert, het aantal mensen met mentale aandoeningen almaar stijgt, de misdaadcijfers de lucht inschieten, enz., dan kan de kunstwereld deze kwestie niet enkel overlaten aan sociologen, psychologen, juristen en politici. Zij alléén slagen er niet in om deze neerwaartse spiraal tegen te houden, misschien omdat ook zij té hermetisch binnen hun vakgebied bezig zijn, misschien omdat zij niet dezelfde toonaangevende rol hebben.
Zich rekenschap geven van de impact van kunst op een beschaving is een pak ontstellender dan onszelf voor te houden dat kunst geen macht zou hebben op de individuele en collectieve psyche. Kunst is een héél invloedrijk en dus machtig iets dat iedere beschaving waar zij deel van uitmaakt gestaag transformeert.
Om onze beschaving vooruit te helpen, dringt zich een holistische kijk op die een bewustzijn van het effect van kunst op cultuur en beschaving inplant aan de basis van het artistieke vakgebied. Naarmate dit bewustzijn groeit, meen ik dat kunst ook een constructieve en gezonde inspirerende rol kan spelen voor de beschaving. Slechts zo kan zij haar ultieme grootsheid benaderen en de voor haar minderwaardige rol van decoratie, experiment, belegging, novelty of therapeutische uitlaatklep volledig te overstijgen.
Kunst wordt verheerlijkt. Eender wie als kunstenaar wordt erkend, heeft, met andere woorden, afhankelijk van zijn of haar opzet, een lichtend baken of een destructieve kracht in handen. Kunstenaars behoren tot de meest creatieve en geïnspireerde lieden van onze soort. Eens zij hun doel voor ogen hebben, zullen deze pioniers zeker nieuw terrein verkennen en hoge toppen scheren.
De kunstcriticus, die kunstwerken als dusdanig erkent, dient zich alleen de vraag stellen welke werken hij aan het roer van onze cultuur annex beschaving wil plaatsen, omdat zij deze ten dele en afhankelijk van de aandacht die ze krijgen, mee zullen bepalen.
Het zal een doorzicht en expertise vereisen die in ernst én omvang alle kunsttheorieën overtreft. Machtsmisbruik dient ten allen tijde vermeden te worden. Maar macht loochenen, is een opperste dwaasheid.
En dus legt een holistische kunstbesef zowel kunstenaars, kunstfilosofen en kunstcritici een hogere standaard op die de grenzen van het vakgebied overstijgt. Kunst moet welwillend zijn, wil zij haar volle grootsheid kunnen bereiken. Het is in de eerste plaats aan de kunstenaars om dit te verkennen en te volbrengen. 
 
Wim Van Aalst, vrijdag 28 december 2012, gereviseerd op 3 januari 2013

Downloaden als pdf.
 

zaterdag 8 december 2012

Het onvermijdelijke van kunst

Wat betreft overleven, is kunst overbodig.

Kunst mag dan een luxeproduct zijn, kunst is onvermijdelijk gezien het inherent scheppend vermogen van de mens. Dit onderscheidt de mens ook van de dieren, en stelt hem in staat een beschaving uit te bouwen, welke een gevolg is van zijn scheppend/creatief vermogen. Hoewel er dieren zijn die nesten en dammen bouwen, is hun creativiteit onveranderlijk en generisch: er zijn geen Dorische, Ionische, Gotische of Romantische vogelnestjes.

De bewering dat kunst niet zou kunnen bijdragen aan het overleven, is echter onjuist: kunst heeft het vermogen ons een rustpunt te gunnen om te genieten van en herinnerd te worden aan onze eigen scheppende natuur - maar ook om te reflecteren over ons wezen, ons zijn, onze wereld. Genieten, (zelf) reflectie en zich herbronnen hebben hun nut en functie. Zonder dat kan een mens niet erg goed overleven. Anderzijds, kan hij natuurlijk perfect genieten, rusten of zich bezinnen terwijl hij kijkt naar een sterrenhemel of een zonsondergang - kunst is, strikt genomen, overbodig om te overleven.

Ons scheppend vermogen stelt ons in staat allerlei dingen te bedenken en uit te voeren (huizen, vervoer, kledij, landbouw, nijverheid...) die het overleven veel makkelijker maken, zelfs comfortabel. Kunst is daar niet strikt noodzakelijk voor. Maar toch wordt  in alle beschavingen en in iedere tijdsperiode kunst gemaakt. Zelfs in de grotten van de holbewoners was er kunst. Waarom? Het creatieve vermogen van de mens is onstuitbaar en uit zich in alles wat we ondernemen. Kunst is de passie te creëren omwille van het creëren, te scheppen omwille van het scheppen. Het is een viering van ons menselijke creatieve vermogen; de mens die genoegen neemt in het vermogen dat hem uniek maakt op deze planeet; het vermogen dat hem in staat stelt te ontsnappen aan het gevaar dagelijks in de wildernis te moeten vechten om te overleven, onderworpen aan roofdieren en de elementen; het vermogen dat hem toeliet een beschermend en comfortabel habitat - een beschaving - uit de grond te stampen.
 
De mens verheugt zich over zijn eigen scheppende kracht, en alzo heeft kunst - als bewonderd eerbetoon aan de scheppende kracht - een idool- of inspirerende functie. Het vermogen te inspireren is het vermogen te sturen, te leiden; kunst fungeert als één der leidende factoren voor de beschaving.

Natuurlijk kunnen we zowel goedaardige als kwaadaardige dingen in het leven roepen middels ons scheppend vermogen. Vandaar dat ik pleit voor een holistisch kunstbesef dat het effect van kunst op de individuele zowel als maatschappelijke psyche aan de basis legt van het artistieke vakgebied.

vrijdag 19 oktober 2012

De kennis en wijsheid van Ran Ortner

"Concepts and theory can be taught. Techniques can be taught. But art is also about the power of the human heart and the force of our creative nature. This is not studied and explored as part of the curriculum. When you ask collectors what they’re really looking for, they say they want to fall in love; they want to feel. But the academics are leery of feeling, and they make the rules, so the contemporary art world is cerebral and favors conceptual approaches. I don’t oppose the emphasis on intellect and on concept — in fact, I like it very much — but I do feel the passions are underrepresented. Humans are deeply emotional beings. We don’t rationalize our way into love; we fall. We don’t rationalize our way into the richest experiences; we get swept away."
  - Ran Ortner

Ran Ortner deelt zijn ervaringen en inzichten over het creatieve proces in een opmerkelijk interview in The Sun Magazine.

woensdag 3 oktober 2012

Het belang van schoonheid

Interessante documentaire van de BBC met Roger Scruton, een eminent Engels filosoof, die zijn ideeën op zeer elegante manier weet te verwoorden.
Roger Scruton heeft een dertigtal boeken op zijn palmares staan, die handelen over filosofie, kunst, cultuur en politiek. Ik weet niet of ik over de hele lijn akkoord ga met alles wat de man schrijft, daarvoor ken ik zijn werk niet goed genoeg, maar deze documentaire vond alvast ik hartverwarmend.




woensdag 8 augustus 2012

De Theorie van de kunstpiramide

Recentelijk dwaalden mijn gedachten over de anatomie van een kunstwerk en het viel mij op dat kunstwerken ontstaan uit een boodschap (informatie), net zoals het leven onstaat uit een boodschap, een code, het DNA... Net als het DNA is een kunstwerk de drager van een bepaalde informatie. Welke informatie?

Een idee wordt een boodschap van zodra deze gecommuniceerd wordt. Ontstaan uit een idee, materialiseert zich een boodschap die kunstenaar giet in de vorm van een kunstwerk. Alle aspecten van een kunstwerk staan in functie van de idee, de boodschap die de kunstenaar wil overbrengen.

(Ik vervolg mijn betoog in het kader van de schilderkunst, hoewel het ruimer geïnterpreteerd kan worden.) In het geval van de schilderkunst, betreft het 5 aspecten:

1 - Keuze van objecten/personages. Dit kunnen dode voorwerpen evenals levende wezens zijn. Zij worden gekozen in functie van de boodschap die de kunstenaar wil overbrengen.

2 - Arrangement van de gekozen objecten (de "compositie"): samen met een juiste keuze van objecten wordt hun opstelling bepalend om de idee exact weer te geven. Hierin wordt niet alleen de onderlinge positie maar ook de lichaamshouding van personages begrepen. De compositie bepaalt voor een groot deel de duidelijkheid waarmee de gekozen boodschap tot uitdrukking komt.

3 - Belichting; richt de aandacht; accentueert ruimtelijkheid, sfeer en overzichtelijkheid van de compositie. Staat volledig in functie van de boodschap.

4 - Kleur; bepaalt voor een groot deel of het schilderij aanschouwlijk is of niet, smaakvol dan wel smakeloos. Staat het minste van al in functie van de boodschap.

5 - Schildertechniek; is sterk beïnvloed door het temperament van de schilder maar hoort conform de boodschap te zijn. Het is hier waar de schilder zijn meest materiële vingerafdruk nalaat.

De thans gematerialiseerde boodschap wordt gezien door het publiek die de ontvanger is van de oorspronkelijke idee, de onstaansreden van het kunstwerk. De idee wordt uitgestraald en wekt de aandacht van het publiek. De betoverende kracht van de kunst grijpt de aandacht van de toeschouwer en voert zijn geest naar de bron van de idee. Dat is de onstuitbare forte van kunst. Geen kunstenaar die het zal ontkennen.

Aldus kan een idee het publiek bewegen middels het kunstwerk. Bewegen in welke zin? Bijvoorbeeld, een kunstwerk kan een mens verheffen; het geestelijke niveau waar de boodschap van afkomstig is dient daartoe logischerwijze van een hoger niveau te komen dan die van het publiek. Aldus ontstaat een piramide met de idee als top (de zender), het kunstwerk als drager en het publiek (de ontvanger) onderaan.

In het geval van de piramide is de oorspronkelijke boodschap afkomstig van een belevingswereld die noodzakelijkerwijze ruimer en rijker moet zijn dan die van de toeschouwer. In dit geval zal de overgebrachte idee de belevingswereld van het publiek doteren met prikkels van een hoger niveau, wat verwarring en onrust kan verjagen, de ziel verheffen, het hart koesteren, het lichaam versterken, enzovoort.

Indien de boodschap van een lager allooi is dan de toeschouwer, vormt zich geen piramide, maar eerder een trechter die de toeschouwer naar beneden haalt naar een belevingswereld van eveneens een lager allooi, namelijk het oorspronkelijke niveau waarop de idee ontstaan is. Dit betekent in de praktijk dat het betreffende kunstwerk de toeschouwer enigszins zal corrumperen; zijn belevingswereld zal aangetast worden en hij zal een kracht ervaren die hem naar beneden haalt. Dit is het onvermijdelijke vermogen van alles wat kunst is - de kracht om de mens te transporteren. De vraag is alleen: waarheen?

Veel staat ongetwijfeld in functie van de frequentie en duur van de blootstelling aan het betreffende kunstwerk, en de mate waarin de overgebrachte idee zich nestelt in de geest van de toeschouwer.

Deze theorie noem ik de theorie van de kunst-piramide.

Wim Van Aalst, 21 januari 2011

donderdag 26 juli 2012

Het einde van de normaliteit

Hieronder volgt mijn reactie op het in De Standaard verschenen interview met psychiater Dr. De Wachter naar aanleiding van de massamoord in de V.S. tijdens de première van de nieuwste Batman film.

Geachte,

Naar mijn mening ziet Dr. De Wachter één grote factor over het hoofd, namelijk de invloed van cultuur op de mens.

De actuele pop-cultuur, film, muziek, literatuur, staat bol van geweld, obsessies, machtsstrijd, misdaadverheerlijking enz. Te zeggen dat deze constante stroom van informatie geen invloed zou hebben op de menselijke psyche, lijkt mij zéér onwetenschappelijk. Sommige mensen zijn nu eenmaal meer beïnvloedbaar dan anderen, en sommigen zijn al helemaal dom. Als ik zie hoe sommige intellectueel of emotioneel minderbedeelde (vaak jonge) mensen zich helemaal wentelen in dat misdaad- en geweldverheerlijkende cultuurtje, zich mentaal in dat wereldje nestelen, ja, dan wordt je op den duur zo iemand. Je ziet steeds meer jonge kerels over straat lopen met een attitude van 'ik ben een killer' (dat vind ik zo jammer) en blijkbaar zijn er meer en meer zonderlingen die het nodig vinden mensen overhoop te knallen of in mekaar te slaan (wat mij, gezien het huidige culturele milieu, niet echt verbaast).

Is er het afgelopen jaar geen wetenschappelijke studie verschenen die aantoonde dat het veelvuldig bekijken van porno de vorm van de hersenen doet veranderen onder invloed van de constante overproductie van bepaalde stoffen? Heeft de inname van gewelddadige fictie dan een analoog effect, denk ik dan?

De pop cultuur is helaas voor een groot stuk in handen gevallen van mensen die vooral geld willen verdienen, en sex en geweld verkopen jammer genoeg goed. Maar is dat cultuur? Draagt het bij tot de evolutie (=beter worden) van het individu en de mensheid in het algemeen? Heeft het onze beschaving naar een hoger niveau getild? Is dat nu niet net de functie van cultuur? Is de huidige consumptie-cultuur dan geen anti-cultuur?

Onder het mom van 'persoonlijke vrijheid' en 'vrije meningsuiting' wordt deze anti-cultuur getolereerd, terwijl het zovele jonge (maar ook volwassen) mensen genadeloos meesleurt in een obsessief en duister wereldbeeld, met alle gevolgen van dien. Sommige mensen drijven alles tot in het extreme. Om het te polariseren: ooit was onze cultuur er één van deugden - nu is het er één van sex en geweld. Onmerkbaar en gestaag heeft deze verandering zich voltrokken, en iedereen heeft olie op het vuur gegooid. Onze media stuwen ondertussen het getij gewillig vooruit. Bijgevolg durft niemand de heilige 'persoonlijke vrijheid' een halt toe te roepen. Toch was het een cultuur van deugden die onze beschaving tot zijn vroegere hoogtepunt heeft gebracht.

Met vriendelijke groet
Wim Van Aalst

vrijdag 20 juli 2012

Voedsel voor de ziel

Kunst is voedsel voor de ziel. Het zou bijgevolg geen vergif moeten zijn. Het is de reden waarom ik me niet achter menig hedendaags "kunstenaar" wil of kan scharen. Soms heeft men de indruk dat sommigen van hen - bewust of onbewust - er gewoon op uit zijn om de ziel van de mens te vergiftigen.

Om dit te vermijden, moet een kunstenaar spiritueel in verbinding staan met de ziel, het hogere, de Bron der dingen... Indien hij deze verbinding niet heeft, of er niet naar streeft deze te onderhouden en te cultiveren, of er zelfs botweg geen interesse in heeft, of indien deze schakel wel gewenst maar onvoldoende ontwikkeld is, zal de kunstenaar moeite hebben om te onderscheiden wat voedzaam is voor de ziel, en wat niet. Een overdaad aan gedachten en verlangens vertroebelt de geest en maakt dat men eender welk project begint, onwetend of men gif aan het mengen is, voedsel, of medicijn.

Kunst heeft de kracht om mensen diep te beroeren, en het zou hen niet alleen geestelijk moeten beroeren, maar ook materieel. Dit is een tweede punt. Een kunstwerk met onnauwkeurige weergave van het materieel aspect van een scene, kan een toeschouwer een ogenblikkelijke diepe impressie nalaten, maar het gebrek aan weergave van de materie, weerhoudt hem ervan om de scene werkelijk te betreden, zijn ogen te laten dwalen over alle objecten, figuren, en vormen, ze te onderzoeken alsof hij ter plaatse was tot hij opgeslorpt wordt door de scene en het gevoel heeft er fysiek deel van uit te maken.

Een uiterst gedetailleerde weergave van de realiteit zonder de spirituele kracht om de toeschouwer te beroeren, kan men daarentegen een mislukt kunstwerk noemen.

Daarom heeft de spirituele insteek prioriteit op de feitelijke weergave, echter een goede spirituele insteek met een tekort aan weergave van het fysieke, is als proeven van een heerlijk gerecht dat vervolgens op een onbereikbare plaats wordt gezet, met slechts de geur om ons te kwellen.

Hoewel een overdaad aan detail makkelijk imponeert, is het geen vereiste of garantie voor een magnifiek kunstwerk. Eenvoud siert, een minimum aan detail is echter vereist om de toeschouwer een scene fysiek te laten betreden en hem zo de meest complete ervaring van de beeldende kunst te bieden.

Ten derde is er stijl; iedere kunstenaar ontwikkelt zijn eigen stijl, en dit hangt samen met zijn persoonlijkheid en temperament. De stijl die een kunstenaar ontwikkelt is als zijn handtekening of de vingerafdruk van zijn persoonlijkheid. Stijlen prefereren is grotendeels een kwestie van persoonlijk voorkeur en als beoordelingscriterium vrij irrelevant: er zijn verschillende scholen binnen de kunst die ieder hun eigen stijl hebben, en binnen iedere school zijn er goede en minder goede werken.

Laat ons vooral onthouden dat stijl zonder spirituele connectie leidt tot oppervlakkigheid, smakeloosheid, decadentie of erger. Stijl zonder erom te geven een wereld vorm te geven, is nonchalance of artistieke terughoudendheid, of gewoon gemakzucht.