Recentelijk dwaalden mijn gedachten over de anatomie van een kunstwerk
en het viel mij op dat kunstwerken ontstaan uit een boodschap
(informatie), net zoals het leven onstaat uit een boodschap, een code,
het DNA... Net als het DNA is een kunstwerk de drager van een bepaalde
informatie. Welke informatie?
Een idee wordt een boodschap van
zodra deze gecommuniceerd wordt. Ontstaan uit een idee, materialiseert
zich een boodschap die kunstenaar giet in de vorm van een kunstwerk.
Alle aspecten van een kunstwerk staan in functie van de idee, de
boodschap die de kunstenaar wil overbrengen.
(Ik vervolg mijn
betoog in het kader van de schilderkunst, hoewel het ruimer
geïnterpreteerd kan worden.) In het geval van de schilderkunst, betreft
het 5 aspecten:
1 - Keuze van objecten/personages. Dit kunnen
dode voorwerpen evenals levende wezens zijn. Zij worden gekozen in
functie van de boodschap die de kunstenaar wil overbrengen.
2 -
Arrangement van de gekozen objecten (de "compositie"): samen met een
juiste keuze van objecten wordt hun opstelling bepalend om de idee exact
weer te geven. Hierin wordt niet alleen de onderlinge positie maar ook
de lichaamshouding van personages begrepen. De compositie bepaalt voor
een groot deel de duidelijkheid waarmee de gekozen boodschap tot
uitdrukking komt.
3 - Belichting; richt de aandacht; accentueert
ruimtelijkheid, sfeer en overzichtelijkheid van de compositie. Staat
volledig in functie van de boodschap.
4 - Kleur; bepaalt voor een
groot deel of het schilderij aanschouwlijk is of niet, smaakvol dan wel
smakeloos. Staat het minste van al in functie van de boodschap.
5
- Schildertechniek; is sterk beïnvloed door het temperament van de
schilder maar hoort conform de boodschap te zijn. Het is hier waar de
schilder zijn meest materiële vingerafdruk nalaat.
De thans
gematerialiseerde boodschap wordt gezien door het publiek die de
ontvanger is van de oorspronkelijke idee, de onstaansreden van het
kunstwerk. De idee wordt uitgestraald en wekt de aandacht van het
publiek. De betoverende kracht van de kunst grijpt de aandacht van de
toeschouwer en voert zijn geest naar de bron van de idee. Dat is de
onstuitbare forte van kunst. Geen kunstenaar die het zal ontkennen.
Aldus
kan een idee het publiek bewegen middels het kunstwerk. Bewegen in
welke zin? Bijvoorbeeld, een kunstwerk kan een mens verheffen; het
geestelijke niveau waar de boodschap van afkomstig is dient daartoe
logischerwijze van een hoger niveau te komen dan die van het publiek.
Aldus ontstaat een piramide met de idee als top (de zender), het
kunstwerk als drager en het publiek (de ontvanger) onderaan.
In
het geval van de piramide is de oorspronkelijke boodschap afkomstig van
een belevingswereld die noodzakelijkerwijze ruimer en rijker moet zijn
dan die van de toeschouwer. In dit geval zal de overgebrachte idee de
belevingswereld van het publiek doteren met prikkels van een hoger
niveau, wat verwarring en onrust kan verjagen, de ziel verheffen, het
hart koesteren, het lichaam versterken, enzovoort.
Indien de
boodschap van een lager allooi is dan de toeschouwer, vormt zich geen
piramide, maar eerder een trechter die de toeschouwer naar beneden haalt
naar een belevingswereld van eveneens een lager allooi, namelijk het
oorspronkelijke niveau waarop de idee ontstaan is. Dit betekent in de
praktijk dat het betreffende kunstwerk de toeschouwer enigszins zal
corrumperen; zijn belevingswereld zal aangetast worden en hij zal een
kracht ervaren die hem naar beneden haalt. Dit is het onvermijdelijke
vermogen van alles wat kunst is - de kracht om de mens te transporteren.
De vraag is alleen: waarheen?
Veel staat ongetwijfeld in functie
van de frequentie en duur van de blootstelling aan het betreffende
kunstwerk, en de mate waarin de overgebrachte idee zich nestelt in de
geest van de toeschouwer.
Deze theorie noem ik de theorie van de kunst-piramide.
Wim Van Aalst, 21 januari 2011